Genetische test toont aan of chemotherapie bij borstkanker nodig is

Vrouwen van boven de vijftig jaar met borstkanker moeten binnenkort mogelijk geen overbodige chemotherapie meer krijgen. Dat blijkt uit nieuw internationaal onderzoek van onder meer het Belgische Jules Bordet Instituut. Oncologen wereldwijd vragen al langer om de vele zware chemobehandelingen waar mogelijk terug te dringen.

De meeste borstkankers is ons land zijn hormoonafhankelijk, wat wil zeggen dat de ontwikkeling ervan wordt gestimuleerd door bepaalde hormonen die van nature in ons lichaam aanwezig zijn. Bij de behandeling is daarom vaak sprake van hormoontherapie, waarbij de hormonen aangevallen worden die kankercellen stimuleren. Om te vermijden dat de kanker terugkomt, wordt vaak nog preventief chemotherapie gebruikt.

Oncologen wereldwijd vragen echter om de zware chemobehandelingen waar mogelijk terug te dringen. Daarom is het European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EORTC) en de BIG (Breast International Group) in samenwerking met het Belgische Jules Bordet Instituut in 2009 het Mindact-onderzoek gestart. Dat onderzoek gaat na of een toegevoegde chemotherapie extra voordeel oplevert voor vrouwen met borstkanker die al hormoontherapie krijgen.

Uit het onderzoek blijkt nu dat via een genetische test, de Mammaprint-signatuur, kan worden nagegaan bij vrouwen boven de 50 jaar of de toevoeging van een chemotherapie aan hun hormonentherapie wel zin heeft. Op die manier krijgen patiënten dus een behandeling op maat en moet er geen overbodige chemotherapie worden toegediend. Bij vrouwen onder de 50 jaar is de Mammaprint-signatuur louter informatief en kan het weglaten van chemotherapie mogelijk wel tot een terugval leiden.

Daarnaast zijn er ook nieuwe behandelingen ontdekt die de levenskwaliteit van ongeneeslijk zieke borstkankerpatiënten verbetert. Het gaat om "CDK-46-remmers", die worden toegediend en die de ziekte nog enkele jaren onder controle houden.

Ook op het vlak van HER2-positieve borstkankers is er een mogelijke doorbraak. Bij HER2-positieve borstkanker zit er veel HER2 op de kankercellen: een eiwit dat de groei en deling van normale borstcellen regelt. Als er veel HER2 aanwezig is, krijgen de kankercellen ook veel signalen om te groeien en te delen. Dankzij nieuw onderzoek en de ontwikkeling van specifieke geneesmiddelen kan in een vroegtijdig stadium van de ziekte een zeer gepersonaliseerde aanpak aangeboden worden.

Het onderzoek focuste tot slot ook op het inzetten van immunotherapie in de strijd tegen borstkanker. Die behandelingswijze is vooral interessant als de kanker niet-hormoonafhankelijk is of als er geen HER2 op de kankercellen zit. Die zogenaamde "triple negatieve kankers" worden behandeld met een chemotherapie, maar bij recidief is de prognose vrij somber. In dat geval toont de immunotherapie nu bemoedigende resultaten, al blijven ze nog broos.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.