Rechtbank: Eternit maakte opzettelijke fout bij asbestproductie

De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel is van oordeel dat cementproducent Eternit een opzettelijke fout heeft gemaakt bij zijn jarenlange productie van asbest, en dat die fout ertoe geleid heeft dat Éric Jonckheere, de voorzitter van Abeva -de vereniging van asbestslachtoffers in België- borstvlieskanker opliep. Dat blijkt uit het vonnis dat de rechtbank op 27 november uitsprak. Eternit gaat in beroep tegen het vonnis.

Jonckheere is de vijfde in zijn familie die geconfronteerd wordt met deze ziekte. Zijn vader werkte in de Eternit-fabriek in Kapelle-op-den-Bos en woonde er in de buurt. Vijf jaar geleden bevestigde het hof van beroep al de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg uit 2012, die oordeelde dat de fabriek verantwoordelijk was voor de ziekte van zijn moeder, Fran çoise Van Noorbeeck.

Éric Jonckheere ontvangt, net als andere patiënten, een schadevergoeding van het Asbestfonds, dat in 2007 werd opgericht, maar de keerzijde van die vergoeding is dat hij niet naar de rechtbank kon stappen om een bijkomende schadevergoeding te eisen, tenzij hij kon aantonen dat er sprake is van een "opzettelijke fout". Volgens Jonckheere en zijn advocaat was daar in hoofde van Eternit wel degelijk sprake van en dus werd Eternit gedagvaard.

De rechtbank heeft nu geoordeeld dat Eternit wel degelijk een opzettelijke fout heeft begaan. Volgens de rechtbank moest Eternit immers minstens vanaf de eerste helft van de jaren 60 van de vorige eeuw op de hoogte zijn van de enorme gezondheidsriciso's, in het bijzonder inzake kanker, waaraan het zowel zijn werknemers, als hun gezinsleden, als de omwonenden blootstelde door de wijze waarop het in en rond zijn fabriek omging met asbest.

"Door niettemin haar gedrag in dit verband ongewijzigd te laten en de exploitatie van haar fabriek gedurende decennia op identiek dezelfde wijze verder te zetten, zonder het treffen van ook maar de minste beschermingsmaatregel, heeft verweerster (Eternit) kennelijk laconiek de risico's in kwestie a priori aanvaard", luidt het in het vonnis. "Zij heeft er met andere woorden voor gekozen om haar risico creërend - en uiteraard wellicht hoogst lucratief - gedrag zonder meer verder te zetten, daarbij voor lief nemend dat in de toekomst bepaalde van haar werknemers, hun gezinsleden en omwonenden van de fabriek, zouden worden getroffen door een vorm van kanker."

"De hierboven beschreven bereidheid in hoofde van verweerster om de schadelijke gevolgen van haar handelen ten koste van derden te aanvaarden, dient manifest te worden beschouwd als een vorm van opzet", aldus nog de rechtbank.

De productie gebeurde volgens de rechtbank ook op een dergelijke wijze dat asbestvezels op grote schaal op ongecontroleerde en oncontroleerbare wijze werden verspreid, zowel binnen de fabriek als in de wijde omgeving daarvan. De inspanningen van Eternit om de schadelijke aard van asbest te verbergen, worden door de rechtbank ook omschreven als "systematische manipulaties" en "bewust verkeerde voorstellingen van zaken".

"Het staat vast dat verweerster op foutieve wijze een aandeel heeft gehad in de inspanningen die vanuit de asbestindustrie werden geleverd om systematisch, en tegen elke realiteit in, het gevaar van asbest te minimaliseren en te verdoezelen, en zo onder meer wetgevende initiatieven ter bescherming van de volksgezondheid te saboteren", gaat het vonnis verder. "In acht genomen de kennis die zij had over het enorme gevaar dat asbest in werkelijkheid vormde, kan deze handelwijze slechts worden gekwalificeerd als bedrog."

De rechtbank kent Éric Jonckheere een voorlopige schadevergoeding toe van 50.000 euro. Volgens Jonckheere en zijn advocaat opent de uitspraak belangrijke perspectieven voor andere slachtoffers, voor de financiering van het Asbestfonds volgens het principe van de aansprakelijkheid van de vervuiler en voor de toekomst van de asbestverwijdering in België.

Eternit in beroep

Cementproducent Eternit gaat in beroep tegen het vonnis dat de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel heeft uitgesproken.

"Eternit erkent en betreurt dat er door het gebruik van asbest in het verleden mensen ziek worden ten gevolge van de blootstelling aan asbest", klinkt het. "Meneer Éric Jonckheere, de zoon van een voormalige werknemer, heeft een beroep gedaan op de vergoedingen van het asbestfonds en beweerde dat Eternit een intentionele fout zou hebben gemaakt ten opzichte van hem. Eternit heeft het vonnis gelezen en is het er niet mee eens."

Volgens het bedrijf heeft het zich altijd gehouden aan de wetten en wetenschappelijke kennis van die tijd, en heeft het nooit de intentie gehad om enige ziekte te veroorzaken bij Éric Jonckheere.

"Maar de rechtbank heeft een invulling gegeven aan de opzetvereiste die volgens Eternit niet strookt met de wet", gaat het bedrijf verder. "Op deze manier worden de basisprincipes van het asbestfonds, een snelle en gelijke vergoeding van alle slachtoffers, op de helling gezet. Er werd besloten om in beroep te gaan tegen deze beslissing."

Eternit geeft verder geen commentaar over het dossier.

Perspectieven

Het vonnis opent perspectieven voor andere slachtoffers, voor de financiering van het Asbestfonds volgens het principe van de aansprakelijkheid van de vervuiler en voor de toekomst van de asbestverwijdering in België. Dat zegt Abeva dan weer in een reactie op de uitspraak.

"Om te beginnen zullen andere personen nu ook aanspraak kunnen maken op een volledige schadevergoeding als hun besmetting in verband kan worden gebracht met Eternit", klinkt het bij de organisatie. "Zodra de opzettelijke fout is bewezen, kan het slachtoffer een volledige schadevergoeding krijgen voor zijn of haar schade. Maar Fedris, de beheerder van het Asbestfonds, kan ook de door het Fonds uitgekeerde bedragen terugvorderen van de schadeveroorzaker. Gelet op het standpunt van de rechtbank zal de gemeenschap dus de bedragen die zijn toegekend aan de slachtoffers van het handelen van de onderneming, bij Eternit kunnen terugvorderen." 

Daarnaast zijn er in België nog heel wat particuliere woningen en openbare gebouwen waar asbest aanwezig is, aldus Abeva: "Zo is er nog steeds asbest aanwezig in tal van scholen. Hoewel er in Vlaanderen een plan bestaat, is er nooit een omvattend asbestverwijderingsprogramma uitgevoerd. Dit is meer dan ooit een prioriteit."

"Deze vervuiling van het milieu en de leefruimtes is grotendeels te wijten aan de inspanningen van Eternit, zowel bij het produceren en op de markt brengen van asbest als bij het verdoezelen van het extreme gevaar van dit product", klinkt het verder. "Gezien de latentietijd die gepaard gaat met asbestgerelateerde ziekten en de industriële keuzes van Eternit, lijkt het dringend noodzakelijk dat juridische en politieke initiatieven worden genomen om ervoor te zorgen dat Eternit een substantiële bijdrage levert aan asbestverwijderingswerkzaamheden."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.