Huisarts promoveert met onderzoek naar gebedsgenezingen

Een pas verschenen onderzoek van huisarts Dick Kruijthoff (65), met ook Vlaamse patiënten, heeft als thema “opmerkelijke genezingservaringen” na gebed.  De huisarts promoveerde onlangs met dit proefschrift. Hij leidde het onderzoeksteam dat bestond uit een internist, een oncoloog-hematoloog, een chirurg, een neurochirurg en een psychiater (UZ Amsterdam). 

Aanleiding was een bijzonder geval van genezing in zijn praktijk. Zelf waagt de huisarts zich niet aan forse uitspraken: hij wou niet toetsen of mensen daadwerkelijk door gebed genazen, maar wel hoe zij zelf én hoe artsen hun herstel verklaren.

Dat er voordien nooit significante effecten gevonden zijn van de invloed van bidden op genezing, ligt volgens hem aan de voordien gevolgde methode van randomized controlled trials die voor dit soort vraagstelling niet geschikt is. "Een medicament is een gestandaardiseerde interventie, die reproduceerbaar is in andere studies. Bij een gebed is dat niet het geval", zegt hij. Hij besloot daarom de medische gegevens van mensen met, zoals hij dat noemt, ‘een genezingservaring’ retrospectief te onderzoeken in combinatie met een kwalitatief onderzoek dat onder meer bestond uit diepte-interviews naar hun belevingen.

Medisch opmerkelijk

Geen van de genezingen in zijn onderzoek werd uiteindelijk beoordeeld als ‘onverklaard’. "Buiten dit onderzoek is dat elders wel gebeurd, maar slechts zelden", schrijft hij. "In Lourdes gaat het dan om minder dan 1% van de aanmeldingen bij het medisch bureau. Daar zijn sinds 1883 in totaal 70 genezingen ‘onverklaard’ bevonden. Wel werden 11 genezingen beschouwd als ‘medisch opmerkelijk’. Het ging daarbij meestal om plots herstel van ernstige chronische ziekten, waarbij in het beste geval hooguit sprake zou kunnen zijn van een geleidelijk herstel.

‘Medisch opmerkelijk’ is niet hetzelfde als ‘medisch onverklaard’. Dat laatste label kreeg geen van de gevallen opgeplakt. Het is immers goed bekend dat zich bij sommige chronische ziekten gedurende een bepaalde tijd ‘zomaar’ een gunstig beloop kan voordoen. Het verschil is wel dat in alle door hem onderzochte gevallen, volgens Kruijthoff, ‘plots herstel’ plaatsvond. En dat is in tegenspraak met zoals het meestal gaat: "Bij meerdere patiënten werd blijvend en indrukwekkend functioneel herstel van een aandoening waargenomen zonder veranderingen in corresponderende onderzoeken zoals MRI-scans, audiometrie of colonoscopie."

Kruijthoff vertelt in dit verband over drie deelnemers aan zijn onderzoek die zich hadden aangemeld met herstel van een gehoorstoornis na gebed. Bij alle drie werden tot hun eigen verbazing geen duidelijke verbeteringen gezien in vier verschillende soorten audiometrisch onderzoek. Maar hun herstel werd bevestigd via heteroanamnese, het diepte-interview en een gevalideerde vragenlijst voor gehoorproblemen.

Verklarende modellen

Hij probeert verklarende modellen te vinden voor de bevindingen, geen puur biomedisch model. "Horizontale epistemologie kan hier behulpzaam zijn, omdat het de ruimte biedt om andere invalshoeken op gelijkwaardige wijze bij de beschouwing te betrekken. Zo zijn er overeenkomsten tussen de bevindingen en wat in de literatuur gezegd wordt over ‘transcendente ervaringen’, ‘inscriptie (ingravering) in het geleefde lichaam’ en ‘krachtige aanraking’ (powerful touch). Deze begrippen verwijzen naar plotse en intense gebeurtenissen met effecten op gezondheid en persoonlijkheid, en hebben gemeenschappelijk dat ze scheiding tussen geest en lichaam bekritiseren of geheel afwijzen."

Al met al zijn er meer dan voldoende redenen om in het debat tussen wetenschap en religie volgens de typologie van Barbour te kiezen voor het spoor van de dialoog, bepleit hij. "Zorgvuldig luisteren naar de narratieven (verhalen) van de deelnemers hoort daarbij uitgangspunt te zijn en geplaatst te worden naast de medische bevindingen. Deze narratieven en die uit (vaak eeuwenoude) religieuze bronnen verwijzen naar een breder transcendent perspectief, een andere taal en een andere realiteit. Zonder de vaste grond van medische kennis te verlaten zouden we niet moeten aarzelen om die bredere perspectieven te onderzoeken."

Les voor de geneeskunde

Ten slotte lijkt er in de bevindingen ook een les voor de geneeskunde te schuilen: een eenzijdige nadruk op digitale mogelijkheden en ‘objectieve’ data kan het zicht ontnemen op belangrijke ‘subjectieve’ gegevens, geeft hij ook nog mee.

Als belangrijkste beperking van het onderzoek noemt hij de onderzoeksgroep zelf: alle deelnemers hadden een genezingservaring na gebed gehad en besloten zich aan te melden voor dit onderzoek. De eigen beoordeling van de situatie bepaalde dus of ze wel of niet zouden deelnemen. Daarmee is dit een geselecteerde groep en kunnen de uitkomsten ook niet worden doorgetrokken naar alle mensen die bidden om genezing.

Dr. Kruijthoff noteert nog dat gebed om genezing ook negatieve ervaringen en zelfs grote schade kan veroorzaken, zeker als mensen daardoor afzien van een belangrijke medische behandeling. Negatieve psychologische gevolgen kunnen er zijn als er geen herstel is en het vooruitzicht op genezing te gunstig was voorgesteld. Overigens kregen in dit onderzoek enkele deelnemers opnieuw klachten, met soms negatieve psychosociale gevolgen. 

Methode en conclusie

Een divers samengesteld medisch beoordelingsteam onderzocht 27 afzonderlijke gevallen; met veertien deelnemers werden diepte-interviews afgenomen. Daarvan kregen er uiteindelijk elf het oordeel ‘medisch opmerkelijk herstel’. Daar waren patiënten bij met onder andere chronische herpes keratitis van één oog, multipele sclerose, de ziekte van Parkinson en hepatitis. Bij acht ervan zijn alle klachten tot op heden verdwenen. Een patiënt verloor hij uit het oog, een patiënt met acute leukemie overleed na een jaar van herstel en de patiënt met de ziekte van Parkinson heeft na acht jaar weer wat klachten, maar milder dan voorheen het geval was.

Meest voor de hand ligt om al deze fenomenen te verklaren met placebowerking. Maar Kruijthoff denkt dat dit niet kan kloppen: ‘Verbetering is in geval van placebo vooral geleidelijk. Daar komt bij dat positieve verwachtingen placebo-effecten opwekken en daardoor lichamelijke klachten kunnen verminderen. Maar de meeste deelnemers hadden geen of weinig verwachtingen van hun gebeden.’

De patiënten waren gemiddeld acht jaar klachtenvrij op het moment van het onderzoek. Terwijl hun ziektebeeld op de medische scans vaak zichtbaar bleef, beschouwden de patiënten zich vrij van klachten als genezen. Bij sommige patiënten kwamen de symptomen na jaren wel terug.

Conclusie van het onderzoek: voor elf van die patiënten konden de artsen de “genezing” niet medisch verklaren.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Miguel Derijcke

    10 mei 2023

    ten minste een reis naar Lourdes bespaard...